Ethiopian Serenaders

De impresario van de Ethiopian Serenaders, de 33-jarige Isidor BrĂ¼ner uit Warschau, wilde na het succesvolle debuut verder door Nederland toeren met zijn gezelschap. Vanuit Amsterdam stuurde hij in oktober 1847 een brief over zijn minstrels naar de directie van de schouwburg in Delft. Hij combineerde het geplande optreden in het theater in Den Haag en Leiden graag met een bezoek aan Delft, zo schreef hij in het Frans. Volgens Isidor waren de shows erg succesvol en had zelfs koning Willem II maar liefst tweemaal genoten van een optreden. Krantenberichten uit die tijd beamen het succes: de minstrels konden telkens weer op een talrijk publiek rekenen in Amsterdam. De brief had overigens niet het gewenste effect: een optreden in de schouwburg in Delft heeft niet plaatsgevonden. Ook van een optreden in Leiden hebben we geen bewijs gevonden.

Stadsarchief Delft, toegang 126, Commissarissen Schouwburg, inv.nr. 14.
Stadsarchief Delft, toegang 126, Commissarissen Schouwburg, inv.nr. 14.
Vreemdelingen- en paspoortenadministratie van Gemeente Rotterdam, 1848. Bij nummer 6685 en 6686 staan de heren van de Ethiopian Serenaders.